Geen categorie

  • De FEM / ISO vork is de meest gangbare (heftruck)vork in de markt, deze vork heeft een gestandaardiseerde ophanging van 1 bovenklauw en 1 onderklauw. De klauw is te herkennen aan de binnenhoek van 20 graden. Omdat er veel verschil zit in de capaciteit per heftruck, zijn er 5 verschillende FEM afmetingen ontwikkeld, van klein tot groot. De standaard capaciteit per FEM-afmeting is als volgt:
    • FEM 1 : tot 1000 kg.
    • FEM 2: 1000 kg tot 2500 kg.
    • FEM 3: 2500 kg tot 5000 kg.
    • FEM 4 : 5000 kg tot 8000 kg.
    • FEM 5: 8000 kg tot 11000 kg.
    Bij een FEM ophanging kan er nog onderscheid gemaakt worden met betrekking tot de onderklauw hoogte, de standaard onderklauwhoogte wordt aangegeven als FEM(*)A, een verhoogde onderklauw wordt aangegeven als FEM(*)B, en een nog hogere onderklauw (hoogte op maat) wordt aangegeven als FEM(*)C. Veelal komt FEM(*)C alleen voor bij speciale reachtrucks en zijladers.
  • De Din-type vork heeft net als de FEM / ISO vork een boven en onderklauw, maar het verschil zit hem in de haakse ophanging van 90 graden aan de binnenzijde van de klauwen. Vaak zijn Din-type vorken alleen van toepassing bij shovels of grotere heftrucks.
  • De Pintype vork heeft een bus (of gat) als bovenophanging, en wordt vastgehouden door middel van een grote pen (of as) in het vorkenbord. Soms is er ook een onderklauw gemonteerd. In sommige gevallen zit er binnenin de ophangbus nog een bronzen bus gemonteerd waardoor de vork makkelijker zijwaarts kan glijden en er geen overmatige slijtage voor kan komen (in gevallen waar niet of nauwelijks gesmeerd kan worden).
  • De Terminal West vork heeft net als een DIN vork een haakse bovenklauw van 90 graden, maar onderscheid zich door de 2 lange oren die zich aan de onderzijde van de vork bevinden. De vork wordt doormiddel van deze oren en een bijbehorende pen aan de onderzijde geborgd. De Terminal West vorken worden veelal gebruikt door heftrucks met een capaciteit vanaf 8 ton.
  • De SVGV (RoRo) Vork heeft geen ophanging die vergelijkbaar is met andere vorken. De vork is te herkennen aan de dubbele rollen aan de bovenzijde van de vork, de plaat met boutgaten in het midden van de vork, de lange klauw aan de onderzijde van de vork, en de grote rollen aan de zijkant van de vork. Tegenwoordig komt dit systeem niet vaak meer voor, de ophanging van de SVGV vork is gecompliceerd en is daarom grotendeels vervangen door het Terminal West systeem. Bij het TW-systeem zijn er namelijk pockets gemaakt die hetzelfde functioneren als de ophanging van de SVGV vork.
  • Vorken voor vorkverstellers hebben zowel boven als onder een aangelaste of geboute geleider zitten waarmee de vork in de vorkversteller (of voorzetapparatuur) wordt geschoven. Veelal worden de oude geleidingen en cilinderogen overgezet bij vervanging van de vorken.
  • De Cascade vork heeft zowel boven als onder een plaat met daarin boutgaten, waarmee de vork aan de geleidingen van (Cascade) voorzetapparatuur bevestigd kan worden. Veelal wordt deze vork uitgevoerd met een oog waar de cilinder van de voorzetapparatuur aan bevestigd kan worden.
  • Deze vorken hebben geen enkele vorm van ophanging maar kunnen variëren qua rughoogtes, afmetingen en capaciteiten. Deze vorken worden in de markt ook wel ‘Blancs’ genoemd.
  • Opklapbare vorken hebben meestal een FEM ophanging, maar kunnen met alle soorten ophanging worden uitgevoerd . Deze vorken zijn speciaal ontwikkeld om werkzaamheden uit te voeren in kleine ruimtes, waarbij de heftruck bijvoorbeeld dusdanig kort moet draaien en (normaal gesproken) de vorken gedemonteerd moeten worden.
  • De verlengvork wordt ingezet om de bereikbaarheid van een heftruck tijdelijk te verlengen (met maximaal 60%), bijvoorbeeld bij het vervoeren van een lange lading. De verlengvorken worden over de normale vorken heen geschoven en aan de achterzijde geborgd met een pen. De verlengvorken zijn volledig gelast, en niet gemaakt uit stukken kokermateriaal. Hierdoor is de constructie velen malen sterker en zal de verlengvork niet zijwaarts gaan kantelen op de vork.
  • Het vorkenbord is de verbinding tussen de mast en de vorken (of voorzetapparatuur) bij heftrucks en shovels, deze wordt ook weleens een lepelbord genoemd. Vorkenborden variëren van standaard tot zeer unieke afmetingen en/of capaciteiten. De vorkenborden zijn verkrijgbaar in alle soorten ophanging, zoals: - FEM / ISO - DIN (Shovel) - PIN Type - Terminal West - SVGV (RoRo) Een vorkenbord bar is zowel de boven als onderzijde van het vorkenbord, deze vorkenbord bars kunnen niet alleen los geleverd worden, maar ook vervangen worden op een bestaand vorkenbord. Het voorzetbord wordt aan een bestaand vorkenbord gehangen om tijdelijk de ophanging, functionaliteit of de werkbreedte van de (hef)truck te veranderen.
  • De boutvork heeft geen ophanging in de vorm van een klauw of een bus, maar een reeks boutgaten waarmee de vork aan het vorkenbord (of voorzetapparatuur) vast gebout kan worden. De boutvork wordt meestal uitgevoerd met 1 of 2 rijen boutgaten.
Ga naar de bovenkant